Below you will find pages that utilize the taxonomy term “Allmer”
Het Begin Deel 12
Marcos kijkt eerst even een beetje verbaast maar meteen daarna grinnikt hij. “Bram”, zegt hij lachend, “Herinner jij je het vorige feestje van onze organisatie!”. “Weet je nog dat ik je de hele tijd iets wilde zeggen? Alleen, nadat jullie elkaar hadden ontmoet, kwam ik niet meer tussen jullie om je iets belangrijks te vertellen.”, legt Marcos verder uit. “Ik herinner me niet dat je iets wilde vertellen.”, zeg ik. “Zeker weten!”, lacht Marcos. “Wat was het precies?”, vraag ik aan Marcos. “Ik wilde je eigenlijk zeggen, dat ik een burnout had en voor een tijdje bij mijn oom in de bergen rondom Formigal naast de Franse grens zou gaan onderduiken zonder wifi of telefoon. Ik wilde niet dat je je zorgen om mij zou maken. Ik had al een kaartje voor de trein om daar naartoe te gaan vanuit ons feestje”. Ik denk dat ik nu uitzie als een schooljongen die bij iets is betrapt en zich nu schaamt. “Het spijt me erg Marcos.”, zeg ik stil, en geef hem een knuffel. “. Ik ga verder: “Ik heb me ook veel zorgen over jou gemaakt maar toen heeft Fanny me een paar tips gegeven die me een beetje hebben geholpen. Dus, ik snap het en ik ben blij dat je hersteld bent. Ik vind Fanny ook echt leuk.”. Marcos lacht weer. Hij lacht eigenlijk altijd en is een heel vrolijk mens, die anderen met zijn vrolijkheid een zijn positieve wezen snel kan besmetten. Nog steeds grinnikend zegt hij: “Dat weet ik al vanaf het moment dat ik jullie aan elkaar heb voorgesteld.”. Wij grinniken nog even en keren langzaam weer terug naar het hier en nu. Marcos legt uit dat we nog even een eendje op de snelweg zullen blijven rijden maar dat daarna na elk afrit de straten smaler en smaler zullen worden. Totdat we in de omgeving van de ramp onze vierwielaandrijving hard nodig zullen hebben. Wij staan op, betalen, en gaan weer terug naar onze vrachtwagens. Gelukkig hebben die heel grote wielen en de banden hebben een diep profiel. We kunnen vast nog wel rijden als de modder een meter diep zou zijn. Wij vertrekken van de rustplaats en ik volg Marcos weer. Na een uur of drie verandert het landschap en in plaats van groene bergtoppen zie ik nu hier en daar blanke rotsen en bruine bergtoppen. Marcos belt mij via de radio en vertelt mij dat we nu de plaats van de ramp naderen. Hij verteld ook de bergtoppen al had ik het gezien. En dat we na ongeveer 50km de plaats van de ramp zullen bereiken. Volgens hem hebben we heel veel geluk gehad omdat het de hele dag niet heeft geregend. Ik kijk meteen naar de lucht maar wat ik zie is geen blauwe hemel. Ik zie alleen maar een heleboel zwarte, dreigende wolken. Zo bedreigend, dat ik wat bang word. Marcos is nog aan het praten als de eerste grote zware regendruppels op de vooruit slaan. Cliché! Een seconde of vijf later regent het zo hard dat we zelfs met de ruitenwissers op maximale snelheid niet meer goed kunnen vooruitkijken. Marcos vermindert zijn snelheid en we lijken te kruipen. Alsof dat nog niet erg genoeg is, eindigt de asfaltweg en we rijden heen over een modder pad.
Writer and Editor
I am very happy to finally publish my latest book, Proteogenomics, in Springer. It was a very long process, but together with Abhishek Kumar, we finally finished the job.
List of books I have been involved in
2024 Abhishek Kumar and Allmer J, eds. Proteogenomics: Methods and Protocols, Series: Methods in Molecular Biology, Humana Press, ISBN: 978-1-0716-4151-4, DOI.
2022 Allmer J and Yousef M, eds. miRNomics: MicroRNA Biology and Computational Analysis, Series: Methods in Molecular Biology, Humana Press, ISBN: 978-1-0716-1169-2, DOI.
Het Begin Deel 11
Ik volg Marcos met mijn truck. Dat gaat heel makkelijk. De straten zijn leeg en breed. Dat zie je alleen maar ’s nachts op de snelwegen rondom Amsterdam. Na enkele kilometers nemen we de afslag op een echte snelweg. Acht rijstroken in een richting. Ook hier is niet veel verkeer. Deze snelweg lijkt zo is gebouwd te zijn met de gedachte aan een groeiend bevolking in de regio. Met zo weinig verkeer blijven mijn gedachten afdwalen. Ik blijf nadenken over wat Marcos over Fanny zei. Wat hebben we toch veel plezier gemakt op het laatste feestje. Ik herinner me dat we bij onze eerste ontmoeting meteen als oude vrienden met elkaar gepraat hebben. Sindsdien heb ik me altijd op onze telefoontjes verheugd. Fanny lijkt altijd blij te zijn maar kan het zijn dat ze extra blij is als ze met mij praat vraag ik me af. Ik denk na over ons laatste telefoontje en kom tot de conclusie dat Marcos gelijk heeft. Eindelijk neemt Marcos een afslag op de snelweg en we pauzeren. Wij zijn op een rustplaats aangekomen langs de snelweg. Het is niet druk maar er staan toch wel zo’n honderd auto’s op de grote rustplaats. Ik zie een Mc Donalds, andere fastfoodketens en veel winkels van die ik niet weet wat ze zijn omdat alle borden in het Chinees zijn. Marcos stopt naast de Mc Donalds en ik stop naast hem. “Laat ons naar de Mc Donalds gaan. De andere restaurants hebben vaak geen koffie, maar ik heb nu een koffie nodig!” zegt Marcos. “We zijn bijna op de helft van de route maar de rest van onze route zal niet zo goed zijn. Dus laten we even rusten en wat koffie drinken.” legt hij uit. We kopen koffie en iets lekkers en gaan naast elkaar zitten. Het uitzicht bevat veel bergketens en alles is groen. Marcos ziet dat ik naar de bergketens kijk en zegt: “Die zijn helemaal groen en gezond.”. Dan zegt hij somber: “Maar wat je iets later zal zien is een ramp. Daar zijn de bergen bruin en op de top zie je geen vegetatie meer.”. Ik ben afgeleid door een beeld van Fanny dat in mijn geheugen verschijnt. Dus vraag ik hem zonder enig verband met wat hij zei: “Denk je echt dat Fanny me leuk vindt?”.
Het Begin Deel 10
We landen zonder dat er iets bijzonders gebeurt. Omdat ik in de eerste klas zit kom ik snel uit het vliegtuig, ga vlot door de paspoortcontrole, en krijg mijn bagage meteen. Ik sta even na te denken wat ik nu moet doen en dan trilt mijn mobieltje. Het is Marcos. “Met Bram” zeg ik automatisch. Marcos reageert enthousiaster: “Bram, eindelijk zie ik je weer. Ik kom er zo aan en neem je mee. Wat zie je uitgerust uit Bram! Ben jij op vakantie geweest? Je moet absoluut mijn nieuwe spullen zien, Bram ze zijn uitstekend!”. “Langzaam - langzaam Marcos” zeg ik en ga verder: “Ik ben net aangekomen en stond nog na te denken over wat ik nu moet gaan doen. Je hebt een heleboel vragen maar ik ook! Het belangrijkste is nu dat we weer kunnen praten. Ik verheug me op je nieuwe spullen, al heb ik daar al een beetje over gehoord - van Fanny. Ik hoop dat we vanavond rustig met een biertje kunnen zitten en chatten.”. “Fanny!”, lacht hij, “Bram, ze is dol op jou. Weet je dat eigenlijk wel? Sorry, controle, ik moet even ophangen. Ik ben er zo bij je.” zegt Marcos nog. Een minuut of vijf later zie ik Marcos naar me toe lopen. “Bring it in” zegt Marcos en opent wijd zijn armen. Ik doe hetzelfde en we omarmen elkaar. Twee kusjes een op elke kant. Dat is de traditie in Spanje; aan de derde zoen, wat traditie is in sommige plekken van Nederland, kon Marcos nooit wennen. “Kom mee Bram we hebben niet veel tijd als we voordat het donker wordt bij onze camping willen zijn. Hij trekt mij met een arm naar een Chinese officier en introduceert me even. Samen lopen we een kilometer of drie totdat we buiten op het vliegveld staan waar ik twee vrachtwagens van ons organisatie geparkeerd zie. Marcos vertelt me dat ik achter hem moet aanrijden en hem niet uit het oog verliezen mag omdat ik anders zal verdwaald raken. Het gaat blijkbaar om een paar honderd kilometer. China is echt heel groot, dat vergeet je soms. De Chinese officier rijdt met Marcos mee tot de eind van het vliegveld en blijft daar dan achter nadat hij ons naar buiten heeft geholpen met zijn legitimatie.
Het Begin Deel 9
Ik stop mijn oordopjes weer in mijn oren en pak mijn telefoon. Fanny belt met video via WhatsApp. Ik neem op een zie meteen dat ze haar kapsel heeft veranderd. En ook al is het een zakelijk gesprek zeg ik toch: “Hoi Fanny, je ziet er heel mooi uit met je nieuwe kapsel”. Fanny had lange donker blonde haarkrullen tot aan haar schouders maar nu heeft ze haar krullen heel kort laten knippen. De krullen zijn daardoor nog sterker gekruld wat haar mooie gezicht extra accentueert. “Het geeft je een hele jonge en frisse uitstraling.” voeg ik nog toe. Ik ben er niet zeker van of ze bloosde omdat de kleur van haar huid op een latte lijkt en zo een beetje rood niet opvalt. “Braam”, zegt ze, “Je ziet er weer uitgerust uit en ook heel mannelijk met al die stoppels.”. Ze knipoogt naar mij omdat ze weet, dat ik er onverzorgd uit te zien. Daarna gaat ze door met het zakelijke deel van ons gesprek. Zodoende leer meer over wat er in China is gebeurd en wat van ons wordt verwacht. Wanneer ik op het vliegveld aankom, zal Marcos er al zijn en op mij wachten. Daar nemen we dan allebei een van de vrachtwagens, die net zijn aangekomen met een transport vlucht, en ik zal hem volgen naar de plek van de ramp. De vrachtwagens zitten vol met spullen om een groot kamp op te zetten. Het onweert nog steeds. De spullen zijn speciale spullen, om de veiligheid binnen het kamp te verbeteren. Fanny zegt: “Deze nieuwe spullen zijn nu Marcos favoriete speelgoed en hij zal mij alles heel graag uitleggen.”. Het vliegtuig nadert het vliegveld en we moeten zo dadelijk met ons telefoontje stoppen. Ik zeg: “Fanny we gaan bijna landen en we moeten snel ophangen. Het was heel leuk je te zien en je stem weer te horen.”. Fanny antwoordt: “De omstandigheden zijn niet prettig en ik verheug me erop je op een beter moment weer in het echt te zien.”. We zwaaien nog even naar elkaar en beëindigen daarna het telefoontje. In mijn hoofd denk ik nog even terug aan de verandering van de look van Fanny. Met de lange krullen was haar gezicht vaak niet goed te zien maar nu met de korte krullen kon je haar fijn gebeiteld jukbeenderen heel goed zien. Haar groene ogen komen ook beter tevoorschijn.
Het Begin Deel 8
Tijdens mijn brunch neem ik de omgeving in mij op. Ik zie vooral Aziatische mannen aan het werk met hun laptops en grote koptelefoons, waarschijnlijk met geluidsonderdrukking. Ik hoor geen passagiers met elkaar praten en afgezien van de geluiden van het vliegtuig is het heel rustig. Tijdens een vlucht praat ik altijd graag met mensen om me heen maar nu zijn de plekken naast mij leeg. Langzaam voel ik dat ik genoeg heb gegeten en daarom zwaai ik naar Jing Mei. Ze komt meteen naar mij toe, pakt de lege bakjes en pakjes en vraagt of zij nog iets voor mij kan doen. “Dank u wel” zeg ik, “het eten was uitstekend. Nu wil ik graag weten hoe ik kan telefoneren.”. Zij antwoordt: “We hebben geen telefoons meer, maar het kan heel eenvoudig met uw eigen telefoon. U hoeft alleen maar met onze wifi verbinding te maken en daarna kunt u via wifi telefoneren. Het wachtwoord voor de wifi staat op de handleiding in uw stoel.”. “Dank u wel” zeg ik tegen Jing Mei. Dan zoek ik eerst mijn mobieltje. Vervolgens zie ik dat de batterij bijna leeg is en zoek mijn laadkabel. Gelukkig zijn er elektriciteit en USB-connecties rondom mijn stoel. De wifi-verbinding lukt gemakkelijk en met mijn oordopjes in plaats zoek ik naar het nummer van Fanny om haar te bellen. Zij neemt niet op maar stuurt me meteen een berichtje. Ze is druk bezig met de organisatie en zal me over tien minuten bellen. Er staat ook nog een knuffel emoji aan het einde van het berichtje, wat me doet glimlachen. Nu ik niets te doen heb kijk ik weer om me heen. Daarna ga ik naar de WC en knap me daar even op. Net als ik terug naar mijn stoel loop belt Fanny.
Het Begin Deel 6
“Dank je Jawad. Ik denk dat wij ons nu moeten haasten.”. “Nu opschieten!” zegt hij. Hij pakt mijn handbagage, ik mijn rugtas en wij lopen snel richting de uitgang van de VIP controle. Jawad is in zijn walkietalkie aan het praten, maar ik kan niet goed horen wat hij zegt, och al omdat hij misschien in het Arabisch praat. Voordat wij de verkoopzone binnenstappen zoals ik altijd doe, gaat Jawad naar een metalen deur die hij opent met zijn pass. Wij komen nu in een smalle gang die ons naar buiten leidt. Buiten aangekomen staat er voor ons een kleine auto klaar. Jawad begroet de chauffeur enthousiast en we nemen plaats. De chauffeur doet de oranje waarschuwingslampen aan en wij schieten net als een kogel over het vliegveld heen. Bij elke bocht is het een uitdaging voor mij om niet naar de andere kant van de auto te glijden. Jawad raakt daar niet gestrest van. Hij praat door met de chauffeur, blijkbaar een goede vriend van hem. Korte tijd later stoppen wij vlak bij een vliegtuig van China Eastern Airlines wat ik door het rode en blauwe symbool op de staartvin herken. Natuurlijk staan er ook Chinese symbolen en “Eastern Airlines” op het vliegtuig. We stappen uit de auto en lopen tussen de wielen naar de passagiersbrug, die nog steeds aan het vliegtuig gehecht is. Er is zelfs een trap van het vliegveld naar de slurf. Jawad draagt mijn handbagage naar boven en wij komen net op tijd aan. De deur van het vliegtuig was bijna gesloten. Ik bedank Jawad, en geef hem en harde handdruk en stap het vliegtuig binnen. Een hostess geleidt me naar mijn stoel. Ik ben ervan overtuigd dat ik die vlucht zonder de hulp van Jawad nooit zou hebben gehaald. Nu ik in mijn vliegtuigstoel zit en besef hoe comfortabel de stoelen in de eerste klas zijn begint het vliegtuig met taxiën. Op de weg naar de startbaan vind ik oordopjes en een slaapmasker. Terwijl de adrenaline uit mijn lichaam verdwijnt vallen mijn ogen langzaam dicht. Ik schrik nog even wakker als we van de grond opstijgen maar daarnaar ….
Het Begin Deel 7
Een kleine turbulentie laat me wakker worden. Mijn lichaam voelt traag en zwaar aan maar het is geen onaangenaam gevoel. Ik heb dit vaak als ik doodmoe ben en dan meer dan voldoende slaap. Ik til het slaapmasker een beetje op en zie dat de felle zon die door het raam schijnt. Daarna voel ik ook de warmte van de zon op mijn gezicht. Ik neem het slaapmasker van mijn hoofd af en doe ook de oordopjes uit. Op de beeldscherm zie ik dat wij al boven China vliegen. De hostess komt naar mij toe en zegt: “Ik zag dat u doodmoe was toen u binnenkwam en volgens bent u meteen in slaap gevallen. Daarom heb ik u niet wakker gemaakt voor de maaltijden. Ik hoop dat dat in u zin was. Natuurlijk heb ik de maaltijden voor u bewaard.”. “Wilt u nu iets eten of drinken”, voegt ze dan toe. Ik antwoord: “Dank u wel voor u zorgzaamheid Jing Mei, dat is heel aardig. Haar naam staat op haar naambadge geschreven. Ze vouwt haar handen en knikt naar me toe wat waarschijnlijk dankjewel betekent. Ik zeg nog tegen haar: “Ik had de slaap heel hard nodig maar nu dat u dat eten aanbiedt, voel ik pas hoe uitgehongerd ik ben”. Jing Mei zegt met een fijn glimlach: “ik ben zo terug meneer.”. Ze komt ook heel snel terug, maar niet alleen. Samen met een collega brengt ze iets dat op een uitgebreide brunch lijkt. Het is moeilijk om een plek voor al al dit lekkers te vinden, maar uiteindelijk lukt het. Alleen is er geen koffie. In plaats van koffie staat er een kop groene thee. Ik houd wel van thee, maar nu heb ik meer behoefte aan een kop sterke koffie. “Jing Mei”, zeg ik, “Heel erg bedankt voor uw gastvrijheid en dit lekkere eten. Mag ik nog iets vragen?”. Ze maakt weer het gebaar met haar handen en knikt. Daarom ga ik verder en zeg: ”Ik houd wel van thee maar op dit moment heb ik een hele sterke koffie nodig. Als dat kan zou ik graag een kop koffie willen.”. Dit keer toont ze een uitgebreidere glimlach en zegt: “Natuurlijk meneer, ik zal er een voor u klaarzetten.”. Nadat ik weer alleen ben en naar het eten kijk weet ik niet waarmee beginnen. Ik aarzel kort maar dan neem ik een slokje sinaasappelsap en een stukje omelet. Het smaakt uitstekend en ik voel me steeds beter.
Het Begin Deel 5
Vanwege mijn baan en omdat wij vaak internationaal door overheden worden benaderd, gebruik ik bijna altijd de VIP-ingang op Schiphol. Daardoor ken ik daar veel gezichten. Ook vandaag op deze onchristelijk vroege tijd zie ik mensen die ik vaker tegenkom. Meestal is er wel even tijd voor een praatje maar nu moet ik mij haasten om mijn vlucht te halen. De slanke jonge man die de beveiligingscan doet is ook een bekende van mij. Ik ben even zijn naam kwijt en denk er hard over na maar die wil me niet binnen schieten. Het was iets met ‘Ja’ maar wat dan. Dat was het: “Ja Wat”. Niet echt natuurlijk, maar mijn geheugensteuntje voor “Jawad”. Deze man heeft een Marokkaanse achtergrond net als veel andere mensen die hier bij de beveiliging werken. Omdat ik al jaren een manier heb om me namen te herinneren lukt het me heel vaak de naam van iemand die ik eerder ontmoet heb te herhalen. Dus zeg ik zodra ik aan de buurt ben: “Selam Jawad, hoe gaat het met jou?”. Hij herinnert zich mij gezicht, blijkbaar, maar niet mijn naam, denk ik. Zo zegt hij: “Selam mijn vriend, hoe was het in Turkije? Waar moet je nu weer naartoe?”. Jawad heeft kennelijk een beter geheugen voor verhalen dan voor namen denk ik bij mezelf. “Ik denk dat je erover in het nieuws zult hebben gelezen dat er een totale vernietiging van hele steden heeft plaatsgevonden. Het leek wel op een oorlogsgebied. Belangrijk voor mij is dat wij toch veel slachtoffers konden redden. “, antwoord ik. “Je zegt het, man”, zegt Jawad. “Nu is er weer iets in China gebeurd waar een snelle reactie nog belangrijker is dan na een aardbeving. Dus vertrek ik weer een paar uur nadat ik ben thuis gekomen.”, voeg ik toe. “Dan zal ik je snel helpen om op tijd naar jouw vliegtuig te komen. Naar China, daar heb ik China Eastern Airlines. Kom mee.” zegt hij tegen mij en roep naar zijn collega een beetje verder op: “Neem even over voor mij dit is belangrijk.”.
Het Begin Deel 4
Mijn spullen zitten nog in mijn koffers en ik woon in Haarlem wat in de buurt ligt van de luchthaven Schiphol. Sinds er geen ander groot publieke vliegveld in de buurt is neem ik aan dat Fanny Schiphol bedoelde toen zij zei vanuit Amsterdam. Ik kijk even in de koffers en zie dat mijn kleren gewassen zouden moeten worden. Maar wat heb ik aan schone kleren tijdens een ramp vraag ik me af. Ik ben zeker dat er geen tijd is om de kleren in mijn koffers te wassen of om ze te vervangen met schone kleren. Maar voor de vlucht zal ik wel andere kleiding aantrekken. Daarna nog even een bakje troost en dan naar het vliegveld. Ik zit uit mijn favoriete beker te drinken en geniet van mijn koffie. Op de beker staat een foto van een familie die ik helemaal alleen heb gered tijdens de overstroming in Louisiana, een nasleep van de orkaan Katrina. Vader, moeder en twee leuke meisjes lachen mij toe vanaf mijn beker. Iedere keer dat ik naar de Vereinigde Staden ga zal ik het zieker niet missen de familie te bezoeken. Zulke bezoeken geven me de nodige kracht voor mijn moeilijke baan. Mijn werk voor GSU is meestal uitdagend niet alleen fysiek en mentaal maar het neemt ook vaak een hap uit mijn ziel. Als je van de ene ramp naar de andere rent zonder te stoppen ga je geestelijk kapot. Mijn vriend Marcos was bijna geestelijk gebroken omdat hij geen pauze wilde nemen en bleef doorwerken. Na slechts drie manden is het hem te veel geworde en ik heb hem sindsdien niet gezien en ook niets van hem gehoord. Dat is zes manden geleden geweest. Gelukkig heeft Fanny me op de hoogde gehouden ook al mocht dat niet van onze organisatie. Privacybescherming is belangrijk in de GSU maar Fanny weet precies hoeveel Marcos voor me betekent. Zelf is zij nooit ter plekke geweest tijdens een ramp maar zij is voor ons net zo belangrijk als een veilig thuis. Daarom heeft zij de regels een beetje uitgerekt en dat stel ik erg op prijs. Ik zit in mijn kleine eenvoudige keuken en realiseer me dat mijn koffie op is en ik nu echt moet vertrekken om mijn vlucht te halen. Ik pak mijn spullen en stap naar buiten. Het is donker en koud. Een koude wind komt vanaf de zee. Ik doe de deur dicht en stap in mijn auto. Twintig minuten later, mijn persoonlijk record, parkeer ik mijn oude auto bij Schiphol en loop naar de VIP-ingang.
Het Begin Deel 3
Het lukt haar niet vaak om een korte ‘a’ voor mijn naam te gebruiken. Nu kijk ik naar de tijd op het mobieltje. Fanny, ik ben pas een uurtje geleden thuisgekomen en lig nog maar 30 tot 45 minuten te slapen. En dat na meer dan een week met alleen maar af en toe een paar uurtje slaap. “Ben jij in Turkije geweest” vraagt zij daarna. Langzaam gaan mijn hersenen weer aan de slag en ik voel me meer mezelf worden. “Klopt” zeg ik en ga verder met: “De aardbeving was het ergste dat ik ooit heb gezien. We hebben vooral lijken opgegraven.” zeg ik heel somber. “Het spijt me Braam” zegt Fanny zielig. “Dank je. Maar er zijn ook mooie momenten geweest. Wij hebben tientallen kinderen gered en weer met hun families herenigd. Dat gaf ons kracht en dat zal ik nooit meer vergeten.”, zeg ik. “Hoi Bram”, zegt zij met een goede ‘a’. “Daar ben je weer. Dat is de positieve houding die ik zo prettig vind bij jou.”. Ze zucht even en gaat daarna door: “China heeft zojuist om hulp gevraagd”. “China? Dat meen je niet. Die vragen toch nooit om hulp.”, flap ik eruit. “Je hebt gelijk Braam. Maar nu is het blijkbaar zo erg dat ze zelfs hulp van buiten aanvragen.” zegt Fanny na nog een zucht “Zoals ik het heb begrepen heeft het heel veel geregend in Lanzhou. Dat is in de buurt van Peking als je in de dimensies van China denkt. Daardoor zijn volledige bergen vloeibaar gemaakt en zijn op de stad afgestroomd.”. Nu zucht ik omdat een modderstroom weinig overlevingskans betekent. “Onder deze omstandigheden snap ik dat zelfs China hulp nodig heeft.” zeg ik tegen Fanny. Nu vloeit ook genoeg Adrenaline door mijn lichaam en ik ben helemaal wakker. “Wanneer vertrek ik?” vraag ik aan Fanny. “Het positieve punt is dat jouw vriend Marcos daar ook zal zodat jullie eindelijk weer kunnen samenwerken.”. Nou, dat is werkelijk een hele opluchting voor mij. Werken met Marcos is altijd gezellig hoe slecht dan ook de omstandigheden. Ze onderbreekt mijn gedachte met: “Jij moet meteen vertrekken. Ik heb een vlucht voor jou geboekt. Je vertrekt vanaf Amsterdam in een uurtje. Ga jij maar door en ik zal je ticket op eerste klas veranderen omdat je hard slaap nodig hebt. Bel me vanuit het vliegtuig wanneer je uitgerust bent”. “Sí señorita así debe ser.”, zeg ik met mijn beperkte Spaans net zoals een soldaat zou hebben gezegd. Ze lacht kort en zegt zachtjes: “Tot straks Braaam”.
Het Begin Deel 2
Ik kijk verbaasd naar het voorwerp in mijn handen. Maar ik weet niet meer wat ik daarmee moet doen nu het niet meer trilt. In mijn hersenen voel ik het trillen nog net als een echo langzaam afnemen. Wat moet ik nu doen met dit ding? Terugbellen misschien? Hoe dan? Doelloos raak ik verschillende plekken op de mobiele telefoon aan. Opeens begint het trillen weer opnieuw en nu is het duidelijk dat ik de groene toets moet indrukken. Desondanks duurt het even voordat mijn dikke duim de toets bereikt. Pas na mijn derde verzoek veranderd iets op het scherm. Mijn hersenen reageren automatisch: ‘Met Bram’ zegt iets in mijn hoofd. ‘Met Éstefanie’ klinkt het vrolijk uit de luidspreker. ‘Waar in de wereld ben jij’ vraagt ze. ‘Ik ben net thuisgekomen en lag te slapen Fanny’, zeg ik. Ik noem haar altijd Fanny omdat ik Éstefanie soms moeilijk snel kan zeggen. Nog steeds heb ik het gevoel dat ik mijn gedachten niet kan vasthouden en dat ze heel moeilijk door stroop vertraagt lijken te zijn. Blijkbaar snapt Fanny dat er iets mis is en zij zegt na een korte stilte: “Word wakker Braam”.
Het Begin Deel 1
Iets klopt niet. Mijn gedachten stromen niet zoals ik het gewend ben. Waar ben ik nou? Ik wil mijn ogen opendoen maar die beveel die mijn hersenen geeft lijkt mijn ooglid niet te bereiken. Alle mijn gedachten lijken vertraagt en kleverig. Eindelijk zijn mijn ogen open maar ik zie nog steeds niets. Is het misschien te donker? Een constant gezoem dringt langzaam in mijn geest en vraagt mijn aandacht. Ik probeer te ontdekken waar het gezoem vandaan komt maar blijkbaar ben ik nog niet wakker genoeg. Misschien geeft de siroop in mijn hersenen te veel verzet. Eindelijk kan ik me bewegen en krijg iets te pakken: de donsdeken. Moeilijk draai ik me om, wat voor mijn gevoel enkele minuten duurt, en kom op mijn buik te liggen. Met mijn handen tast ik beide kanten op en vind een lamp. Net als een blikseminslag schiet het weer mij hersenen in waar ik ben: thuis. En net zo belangrijk, waar ik net vandaan kwam; een missie om aardbevingsslachtoffers in Turkije te vinden en te redden. Ik herinner me dat ik doodmoe thuiskwam en meteen in mijn bed viel. Blijkbaar heb ik mijn schoenen nog aan. Langzaam dringt het toe me door wat het gezoem betekent. Het moet mijn mobile telefoon zijn die, die gereserveerd is voor grote rampen. Ik tast nog even naar de schakelaar en doe het licht aan. Nu zie ik mijn mobile telefoon op de grond liggen, aan het trillen. Ik sta op als je uit het bed vallen opstaan kunt nomen en pak de telefoon. Meteen stopt het trillen.
About
My name is Jens Allmer. I am a Medical Informatics and Bioinformatics Professor at the Hochschule Ruhr West, University of Applied Sciences in Germany. I studied biology at the University of Münster, the University of Jena, and UPenn. My academic backgrounds include biology, computer science, and some medicine. Checkout Pubmed, Google Scholar, ResearchGate for my track record.
However, this blog is separate from my role as a professor, although I may refer my students here for further information.
Inhoudsopgave voor het Rampenboek
Boekomslag voor het Rampenboek
De eerste versie van de omslag van het Rampenboek (dank je ChatGPT 4o). Het kan nog beter maar voor nu is het goed genoeg.
Inhoudsopgave
Het Begin
Delen: 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10,11,12
Onder de Modder
Delen: 1, 2, 3
Kamp Opzetten
Delen: 1, 2, …
Een Onverwachte Redding
Delen: 1, 2, …
Preface for Rampen
For a long time, I have had a story in my mind that I think is worth telling. For whatever reason, I never got around to telling it. I have been trying to learn Dutch for the last couple of years. I went from reading (so similar to German, my native tongue, that I could grasp most everything very quickly) to understanding (took some more effort) quickly enough. However, speaking posed a problem, and before I had a language friend (Dutch: taalmatje), I didn’t really speak much. That changed quickly after some practice. I moved within the Netherlands and found a new taalmatje who recently started requiring me to write small texts before we meet so that we have something to discuss. Instead of writing about trite everyday events, I gave the book a go. This means that once a week, I write a small part of the book, discuss it with my taalmatje, fix the mistakes, and post it here. It will take some time before the trilogy will be finished. Until then, enjoy!